Als het voor Holocaust-overlevenden moeilijk is om naar een van de klinieken van het Elah Centrum te komen, komen wij bij de clienten thuis. Elisabeth Oberstein (Lisa) bijvoorbeeld, 90 jaar oud, heeft moeite om de deur uit te gaan. Daarom ontmoet ze wekelijks in haar knusse apartement in Ra'anana onze maatschappelijk werkster en klinisch gerontoloog Nurit Sade.
,,Als je een moeilijke jeugd hebt gehad, vergeet je dat nooit’’, zegt Lise. Ze werd in 1932 in Wit-Rusland geboren. ,,Toen ik een jaar of vier jaar was, is mijn vader beschuldigd van spionage en gevangengezet. Daarmee ben je als gezin meteen gestempeld. Mensen waren bang om met ons te praten.’’
Toen de oorlog begon, zat Lisa’s vader nog steeds gevangen. Het was zomer. Lise,gekleed in een jurkje, ging met haar moeder mee naar het elektriciteitsbedrijf in Bobruisk, waar de moeder werkte. Plotseling braken de bombardement uit, enLisa en haar moeder vluchtten met anderen de bossen in.
Omdat het ‘s nacht sterk afkoelde, kreeg Lise de jas van een van de andere kinderen. Lise:,,Ik stak mijn hand in de zak en vond daar een koekje. Dat heb ik opgegeten. Tot vandaag de dag voel ik me daar schuldig over’’, zegt ze, ,,en nu eet ik met een bezwaard hart koekjes.’’
Trekkend van de ene plaats naar de andere, zonder geld, zonder eten en zonder schone kleren overleefden moeder en dochter de oorlog. Lisa vertelt hoe ze tarwekorrels tussen haar handpalmen rolde, een beetje water toevoegde en erop kauwde ‘als kauwgom’. Hoe ze de dagen doorkwam, weet ze niet meer.
Lisa trouwde in 1953. Zij en haar man emigreerden in 1972 naar Israël, nadat ze vele jaren op toestemming hadden gewacht. Ze studeerde boekhouding en werkte in deze branche. Tegenwoordig woont Lisa in Ra'anana. Haar man is overleden. Ze heeft ze drie kinderen, zes kleinkinderen en zeven achterkleinkinderen.