Het verlies van een ouder, broer, zus of ander naast familielid is voor kinderen een moeilijke en ingrijpende gebeurtenis. Als maatschappelijk werkster van het Hulpcentrum Jeruzalem constateer ik dat het een van de moeilijkste ervaringen is, een confrontatie die ieder van ons in zijn buik voelt, die al onze verdedigingsmechanismen omzeilt en tranen losmaakt.
Onderzoek toont aan dat ongeveer 80 procent van de kinderen die het verlies van een dierbare meemaken, daarmee goed leren omgaan en na enige tijd weer in staat zijn om in het gezin, op school en daarbuiten te functioneren. Dit is een belangrijke en bemoedigende statistiek die aantoont dat de meeste kinderen de kracht en emotionele veerkracht hebben om, met de juiste begeleiding, de dood van een dierbare te verwerken en door te gaan met het leven.
Wat het verwerkingsproces van kinderen onderscheidt van dat van volwassenen, is dat kinderen afhankelijk zijn van de volwassenen om hen heen en soms juist de persoon verliezen die verantwoordelijk was voor hun fysieke welzijn. Kinderen zijn bovendien van diezelfde volwassenen afhankelijk om de crisis emotioneel te boven te komen en het verlies het hoofd te bieden. Met andere woorden, de volwassenen die overblijven in het leven van het kind spelen een hele belangrijke rol. De manier waarop zij de dood presenteren en met het kind beleven, voorspelt in grote mate hoe de verwerking zal verlopen.
Meestal ontmoet ik nabestaanden heel kort na hun verlies, als het verdriet nog vers en heftig is. In die omstandigheden nodig ik de familie uit voor een gesprek over hun ervaringen, over het moment van overlijden, hoe de dood werd aangekondigd en waar de gezinsleden zich op dat moment bevonden, over hun eerste reacties, de voorbereidingen van de begrafenis, over de sjiwwa en de periode erna. Op deze manier krijgen familieleden de kans om het onderbroken levensverhaal opnieuw op te pakken en een aangepast individueel en groepsverhaal te bouwen dat houvast geeft. Tijdens de ontmoetingen komen vaak emoties en gevoelens naar boven als shock, verdriet en woede. Dit zijn de primaire gevoelens bij het verwerken van het verlies, en het is belangrijk dat familieleden de ruimte en tijd krijgen om daar uitdrukking en erkenning aan te geven.
Jong en kwetsbaar
Soms zijn de volwassenen bang dat de kinderen om hen heen te jong en kwetsbaar zijn om over de dood te horen en mee te praten. Het gevolg is dat kinderen geïsoleerd raken, zich schamen voor en eenzaam voelen in hun verdriet. Ze worden uitgesloten van het familiediscours en krijgen geen gelegenheid om openlijk en samen met hun familie te rouwen.
Kinderen zijn vaak nog niet in staat om verbaal uiting te geven aan hun gevoelens en die te beschrijven. Ze uiten hun verdriet meestal op andere manieren, door regressief of ongewoon gedrag als huilbuien, bedplassen, angst om te gaan slapen, niet naar school willen gaan en agressie. Het is mijn taak om de volwassenen te helpen om deze en andere signalen te herkennen, en de volwassenen te begeleiden bij de ondersteuning van hun kinderen, zodat het gezin voor iedereen en een veilige haven kan vormen.
Rouwverwerking is een langdurig proces
Onlangs ontmoette ik een gezin met vijf kinderen waarvan de oudste broer, een jongen van een jaar of twintig, zelfmoord pleegde. In het eerste gesprek met de moeder vertelde ze dat zijn negenjarige zusje niet meer naar school wilde, niet over haar overleden broer sprak, het huis meed en liever met vrienden rondhing. Het zesjarige broertje daarentegen sprak openhartig over de overleden broer, ging wel naar school en leek de routine weer op te pakken. Toen ik de moeder vroeg hoe en wat de kinderen wisten over de dood van hun broer, antwoordde ze dat ze door de paniek van het moment niet zeker wist wie de kinderen daarover berichtte. Wel zeker was dat de kinderen niet waren ingelicht over de doodsoorzaak. De moeder was bang om daarover te praten en probeerde de zelfmoord voor de jonge broer en zus te verbergen. Ook probeerde ze zich sterk te houden in het bijzijn van de kinderen en geen verdriet en pijn te uiten.
Tijdens onze ontmoeting legde ik de moeder uit dat het legitiem en zelfs noodzakelijk is om ook in het bijzijn van de kinderen verdrietig te zijn. Op die manier geeft ze een voorbeeld hoe je enerzijds pijn en verdriet kunt voelen, en tegelijkertijd in staat bent te functioneren en vitaliteit te tonen. Ik legde haar ook uit dat het belangrijk zou zijn om met de twee jongsten te zitten en in woorden die ze kunnen begrijpen hen te vertellen over de omstandigheden waaronder hun broer overleed. Daarnaast zou het goed zijn om hen heel direct te vragen naar hun gevoelens en gedachten over zijn dood.
Niet lang hierna had ik een afspraak met de moeder en kinderen samen, en spraken we openlijk over de zelfmoord van hun grote broer. De kinderen stelden vragen, en het was duidelijk dat dit de eerste gelegenheid was die ze kregen om zich uit tedrukken. Hierop volgden nog twee van zulke ontmoetingen. Sindsdien zijn de kinderen rustiger, aldus de moeder, stellen ze af en toe vragen en durven ze hun gemoedstoestand te delen.
Rouwverwerking is ook bij kinderen een actief en doorlopend proces dat jaren duurt. Kinderen zullen het verlies in nieuwe contexten steeds opnieuw moeten verwerken. Ze verwerven gaandeweg nieuwe inzichten, zullen elke keer een nieuw soort rouw beleven en die uitdrukken. Het is belangrijk dat volwassenen kinderen niet alleen toestaan om het verdriet steeds weer te voelen en te verwerken, maar hen zelfs daarbij actief te ondersteunen.