‘Ha, ik bel om te vragen hoe het met je gaat. We hebben elkaar al een tijdje niet gesproken.’ Zo beginnen meestal de gesprekken met nabestaanden die ik in het kader van het Hulpcentrum Hadera begeleid. Soms is het antwoord kortaf: ‘Het gaat goed, bedankt voor het bellen’, en soms wordt het gesprek na een paar minuten ontspannen, eerlijk en zelfs emotioneel. Het gaat per slot van rekening niet om een gesprek met een vriend of familielid, maar met een therapeut. Nabestaanden kunnen met mij hun verdriet delen. Ik ben in staat om het aan te horen. Met mij aan de andere kant van de lijn kunnen en mogen ze huilen. Daar ben ik voor.
Ik ontmoet gezinsleden samen of individueel. Ik onthoud ieders geschiedenis en verhaal. In de loop der tijd worden de rouw en het verdriet een onlosmakelijk onderdeel van hun leven en ontstaat een bepaalde routine. De omgeving verliest namelijk langzaam maar zeker de interesse, zin en het vermogen om over het verdriet te horen, en de nabestaanden op hun beurt leren de pijn te verbergen. Ze staan op, zetten een masker op en gaan aan de dagelijkse slag. Maar aan het eind van de dag komt alles wat ze overdag hebben weggeduwd naar boven. Dat gaat meestal gepaard met een sterk gevoel van eenzaamheid.
De telefoontjes in het kader van de hulpcentra zijn bedoeld om de eenzaamheid te verlichten en nabestaanden eraan te herinneren dat er iemand is die hun pijn erkent, ook lange tijd na het verlies. Gisteren belde ik de vader van een vermoorde vrouw, een introverte man die eerder onze hulp afwees. We spraken slechts een paar minuten, maar na een half uurtje belde hij me terug. 'Toen je belde, bedacht ik net dat niemand zich meer om mij bekommert', zei hij. ‘Mijn dochter is vermoord maar niemand vraagt meer hoe het met me gaat. Op dat moment belde jij, en ik realiseerde me dat jij wel bezorgd bent. God heeft je naar mij gestuurd!’ Deze keer duurde mijn gesprek met de man veel langer dan vijf minuten, en aan het einde van het besloot hij deel te nemen aan een steungroep en misschien zelfs in individuele therapie te gaan.
De laatste tijd als ik nabestaanden bel, hoor ik steeds vaker dat soort opmerkingen. ‘Ik zat er net aan te denken dat niemand zich voor me interesseert’, of ‘God heeft je kennelijk gestuurd, want ik heb net een zware dag.’ Ik belde een vrouw van wie de moeder omkwam bij een verkeersongeluk. Haar vader overleed een jaar daarvoor heel plotseling als gevolg van een ziekte. De familieleden hadden veel moeite om het ouderlijk huis te ontruimen en lange tijd stond het leeg. Toen ik belde, zei ze tegen me: ‘Ik kan niet geloven dat je uitgerekend vandaag belt. Dat moet een teken van God zijn. Vanmorgen hebben we het huis van mijn ouders verhuurd en het voelt alsof ik zojuist het nieuws van het overlijden van mijn vader heb ontvangen.’ Een andere vrouw die haar vader verloor, vertelde me: ‘De hele ochtend heb ik het moeilijk en zit ik al te janken. Ik hunker naar een knuffel van mijn vader. Hij heeft je kennelijk gestuurd. Dat bevestigt dat mijn vader van boven voor mij zorgt.’
De grote eenzaamheid die nabestaanden van traumatisch verlies voelen, is misschien moeilijk te begrijpen. Zelfs als ze worden omringd door goedbedoelende familieleden en vrienden die proberen hen af te leiden en gelukkig te maken, blijven ze toch verdrietig. Zoals gezegd leren ze een masker op te zetten. Maar in het gesprek met mij gaat het masker af. Ze kunnen alles vertellen, ook dat ze het nog steeds moeilijk hebben en dat het nog altijd pijn doet. Soms gaat het contact heel lang door en hoor ik door de jaren heen over de zorg die ze ontvangen en de steungroepen die hen helpen, Ik hoor hoe hun leven verandert en hoe het met hen gaat, soms ook een jaar of meer na het verlies. Deze gesprekken illustreren hoe belangrijk en zinvol de begeleiding is voor de families, ook als er een lange tijd is verstreken sinds de dag van overlijden.
Soms realiseer ik me aan het einde van een werkdag dat ik niet van mijn plaats ben opgestaan, geen vergaderingen heb gehad en nergens naartoe ben gereden, en toch kwam er zoveel leed op mijn weg en ontmoette ik zoveel mensen die het wrede verdriet ervaren van het traumatisch verlies van een familielid. Zij spreken vaak warme woorden van dank voor het niet-vergeten en herinneren van elk detail van het pijnlijke verhaal waarmee ze te maken hebben. Juist onze langdurige begeleiding, aanwezigheid en actieve interesse is voor nabestaanden zeer betekenis- en waardevol.