Sinds het uitbreken van de oorlog is de therapeutische staf van het Elah Centrum gemobiliseerd om overal in het land te helpen. Dina Dror, maatschappelijk werkster en psychotherapeut, begaf zich naar een hotel bij de Dode Zee waar bewoners uit kiboets Be’eri zijn geëvacueerd.
Dina: ,,Bij de Dode Zee verblijven veel gezinnen met kinderen. Veel van de kerngezinnen zijn weliswaar intact, maar zowel kinderen als volwassenen hebben dierbaren verloren en zijn uit hun huizen zijn verdreven. Sommigen waren getuige van vreselijke taferelen, verbleven urenlang in de schuilkelders en hebben de oorlog echt meegemaakt."
Wie komen hen te hulp?
,,Er zijn mooie instellingen actief als IsraAID en Early Starters, humanitaire organisaties die vooral met vluchtelingen uit het buitenland werken maar nu hier zijn ingezet. Ze hebben voor de kinderen een beschermde ruimte ingericht, vol met creatief materiaal en spelletjes. Vrijwilligers spelen daar met de kinderen, terwijl de ouders toekijken. Het doel is om de kinderen kind te laten zijn en te laten spelen. Het spel houdt ze bezig en heeft ook therapeutische waarde. Ze zijn verbonden met andere kinderen, ze maken zich los van de realiteit, ze activeren hun verbeelding en ze hebben iets om handen. Spel geeft ook de mogelijkheid om je emoties te ontladen."
Wat deed je met de kinderen?
,,Ik gebruikte vooral het speeldeeg. Het is bekend dat spelen met deeg de fysieke stress vermindert die in het lichaam vastzit. Als het lichaam angstig is, maakt het zich klaar voor actie. De energie zit vast van binnen. Spelen met deeg is een geweldige manier om de stress eruit te krijgen. De kinderen rollen en kneden het deeg met hun handen, ze creëren vormen, en tijdens het spelen praten we over hun school, over hun broers en zussen of over het hotel. We probeerden samen hun nieuwe omgeving te begrijpen. Ze vergeleken het zwembad van het hotel met het zwembad van de kiboets, en het gras van het hotel met het gras van de kiboets. Op een gegeven moment begonnen we van het deeg kleine pastavormen te maken. Het is iets heel Israëlisch, voedsel dat symbool staat voor thuis, warmte en zorg voor anderen. Dit is wat ze via het spel aangeven: de behoefte aan een veilige, vertrouwde en bekende plek."
Kon je merken dat ze moeilijke ervaringen hebben meegemaakt?
,,Ik zag dat de kinderen een beetje onrustig waren en geschokt. De ouders leken bezorgd en bleven dicht bij de kinderen. Sommigen moeders speelden actief met de kinderen en probeerde de indruk te wekken dat alles normaal is, maar er hing angst in de lucht.’’
Waren er nog meer hulpverleners voor de families?
In de hotels waren veel vrijwilligers en professionals, deels uit eigen initiatief en deels via organisaties, inclusief artsen die medische hulp bieden aan mensen met chronische ziekten. Psychologen lopen met naamkaartjes zodat het duidelijk is dat ze benaderd kunnen worden, en sommige van hen gaven instructies in de hotellobby. Er zijn ook medische clowns, kortom, het gevoel is dat er meer zorgverleners zijn dan clienten. Volgens mij laat het iets zien over de vrijwilligersgeest in Israël: iedereen wil helpen, gemobiliseerd worden en actief zijn, omdat actie ons uit bevriezing en verstarring haalt."
Hoe heb je het vrijwilligerswerk beleefd?
,,Aan de ene kant vond ik het moeilijk en pijnlijk, aan de andere kant was het enorm stimulerend en ontroerend om te zien hoe mensen elkaar helpen, ondanks de chaos. Ik kreeg de indruk dat Be’eri een sterke gemeenschap vormt. Er bestaat veel saamhorigheid tussen de mensen, en er zijn veel mooie en lieve kinderen, die zich als kinderen gedragen."