Tussen augustus en december 1942 zijn meer dan drieduizend Nederlands-Joodse jongens en mannen op transport naar Auschwitz bij het plaatsje Cosel uit de trein gehaald en in Silezische kampen tewerkgesteld. Degenen die overleden, zijn vaak in massagraven in de omgeving begraven. Herman en Annelies van Rens-Wilms van 'Stichting Gedenkteken Jodentransporten naar Cosel' gingen op zoek naar de geschiedenis van de mannen, en naar hun graven.
De belangstelling van het echtpaar voor Cosel (soms geschreven als Kosel) ontstond een jaar of tien geleden, toen Herman, gepensioneerd huisarts en student geschiedenis, werkte aan een proefschrift over de vervolging van Joden en Sinti in Limburg. Hij ontdekte dat vrijwel alle Limburgse mannen die op transport naar Auschwitz werden gesteld, in Cosel van hun familie werden gescheiden. Waar lag Cosel, wat gebeurde daar, en welk lot ondergingen de mannen?
Herman: ,,Over dit hoofdstuk van de Sjoa bleek nauwelijks Nederlandstalige literatuur te bestaan, terwijl Cosel een essentiele rol speelde in de Sjoa en het model van dwangarbeid vormde waarop Auschwitz is gebaseerd. De eerste onderneming die op een berekende manier Joden als dwangarbeiders gebruikte, was de organisatie Schmelt, die de mannen in Cosel van de trein haalde. Vanuit Frankrijk, Belgie en Nederland zijn in totaal 9600 Joodse mannen in de Coselgroep terechtgekomen. Slechts ruim 800 overleefden de hel. Na Auschwitz en Sobibor zijn in de Coselkampen de meeste Nederlandse Joden vermoord.’’
Omdat Annelies en Herman vonden dat de slachtoffers hun plek in de geschiedenis verdienen, gingen ze op onderzoek uit. Ze lazen wat er te lezen viel, reisden talloze keren naar de plekken des onheils, spraken met Poolse getuigen en lazen getuigenissen van overlevenden. Dat alles leidde tot het boek ‘Tussenstation Cosel. Joodse mannen uit West-Europa naar dwangarbeidskampen in Silezië 1942-1945’, waarin het drama van de werkkampen gedetailleerd wordt beschreven.
Herman: ,,Wij denken dat het belangrijk is dat, ook zoveel jaar na de bevrijding, nabestaanden van de Coselgroep te weten komen wat met hun familieleden is gebeurd, en dat nabestaanden een plek krijgen waar ze hun geliefden kunnen gedenken en kunnen rouwen. In Cosel zelf hebben we in 2016 een gedenkteken opgericht. Daar reizen we jaarlijks met groepen naartoe om kaddisj te zeggen. Maar er zijn nog heel veel niet-geidentificeerde of ongemarkeerde begraafplaatsen. De omgang van de Poolse overheid met de erfenis van de Sjoa is belabberd. Als er begraafplaatsen worden opgeknapt, is het meestal als gevolg van lokale initiatieven. Het wachten is op een echte structurele aanpak, zodat deze in onze ogen ‘heilige plekken’ waar slachtoffers van de Coselgroep zijn begraven, worden beschermd.’’
Wie het boek wil lezen, kan het bestellen via de boekhandel, ISBN 97890870481136, of wachten op de Engelse vertaling die door Jad Wasjeem wordt voorbereid. Wie informatie zoekt over familieleden die tot de Coselgroep behoorden, kan contact opnemen met Annelies en Herman van Rens via de website www.holocaustlimburg.nl of per mail alvrens@gmail.com. De auteurs hebben een grote database waarin alle gegevens worden verwerkt die ze in de bronnen vinden of van overlevenden en nabestaanden krijgen.
Het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers organiseerde kort geleden een webinar m.m.v. Annelies en Herman van Rens.
Bekijk hier de uitzending.