Chaim Roet was een man van actie, die aan de wieg stond van allerlei sociale initiatieven ter verbetering van de samenleving. Sommige van die initatieven hielden verband met de Sjoa.
,,Mijn belangrijkste herinnering aan Chaim Roet is de demonstratie tegen de vrijlating van de twee van Breda’', vertelt Leni Wesly, die eind jaren tachtig directeur was van Elah. ,Toen we in febuari 1989 hoorden dat Ferdinand Aus der Funten en Franz Fischer zouden worden vrijgelaten, twee Duitse oorlogsmisdadigers die mede-verantwoordelijk waren voor de vervolging van de Joden in Nederland, hebben we als organisatie meteen besloten om te gaan demonstreren. De avond ervoor heb ik in overleg met Chaim alle bestuursleden gebeld, en gevraagd of ze ieder 10 andere mensen wilden bellen en mobiliseren. Dat heeft gewerkt. Heel veel mensen kwamen opdagen.
,,Op de brede stoep voor de toenmalige Nederlandse ambassade in Tel Aviv hebben we lange tafels neergezet. Chaim Roet heeft diezelfde ochtend de 32 boeken van Jad Wasjeem geleend, waarin de namen staan van alle 107.000 vermoorde Nederlanders. Die hebben we op de tafels neergelegd. Demonstranten en ook toevallige passanten die benieuwd waren naar wat we deden, begonnen daarin te bladeren en hardop namen te lezen. Dat had een enorme impact. Het horen van de namen, de leeftijd van de slachtoffers, de plaats waar ze zijn vermoord, dat raakt je enorm. Er stond trouwens ook een ambulance klaar, voor het geval mensen zouden bezwijken.
,,In vervolg hierop heeft Chaim het instituut ‘Ieder Mens heeft een Naam’ opgericht. We spreken steeds maar over zes miljoen slachtoffers, zei Chaim, maar misschien moeten we het getal persoonlijk maken en slachtoffers uit de anonimiteit halen. Ieder van de zes miljoen had een leven en vertegenwoordigde een hele wereld. Geen van hen heeft een graf. Door hardop de namen te noemen, houden we de herinnering aan hen levend. Deze ceremonie is nu een standaard onderdeel van de Sjoa-herdenking geworden, in de Knesset, bij allerlei andere overheidsinstellingen, en ook bij Elah.’’
Een jaar eerder, in juni 1988, onthulde Jad Wasjeem op initiatief van Chaim Roet een monument ter ere van Nieuwlande, het kleine dorp in Drenthe waar vanaf 1942 honderden Joden waren ondergedoken. Ook Chaim Roet werd in 1943 naar dit dorp gebracht en overleefde de oorlog op de boerderij van Anton en Aleida Deesker.
De reddingsactie in Nieuwlande werd geleid door verzetsman Arnold Douwes en Johannes Post, een plaatselijke boer en gemeenteraadslid. Zij en alle andere inwoners van Nieuwlande zijn ook persoonlijk door Jad Wasjeem erkend als ‘Rechtvaardigen onder de Naties’. Maar Chaim was zich heel goed bewust dat nog een derde verzetsman betrokken was bij zijn redding: de Jood Max Leons, die zelf ook onderdook in Nieuwlande, zich voordeed als protestant, het plaatselijke dialect leerde, zich met volleo vergave in het verzetswerk stortte en zichzelf daardoor dag en nacht in levensgevaar stelde. Erkenning voor zijn verzetswerk kreeg Leons niet. Joden komen volgensde richtlijnen van Jad Wasjeem niet in aanmerking voor een onderscheiding als 'Rechtvaardige'. Daar kon Chaim zich niet mee verenigen. Samen met anderen richtte hij ‘Jews Rescue Jews’ (JRJ) op, een comite voor erkenning van Joodse Redders.
,,Chaim was de drijvende kracht, hij heeft het comite bedacht’’, vertelt Channa Arnon, bestuurslid van JRJ. ,,In eerste instantie is Chaim met zijn idee naar Jad Wasjeem gestapt. Daar wilden ze aanvankelijk niets weten van erkenning van Joodse redders. Maar je kunt vaststellen dat onze activiteiten langzaam maar zeker toch invloed hebben gehad. In de vernieuwde opstelling van Jad Wasjeem is een permanente tentoonstelling gewijd aan Joodse redders, en een paar jaar geleden heeft Jad Wasjeem op de Sjoa-herdenking het thema 'Joodse Redders' centraal gesteld.
,,Daarnaast is Alan Schneider van de Bnei Brith Wereld Centrum in Jeruzalem dankzij Chaim op een nieuwe koers gezet. Op de jaarlijkse Sjoa-herdenking van het Bnei Brith Wereld Centrum en KerenKajemet (JNF) worden nu onderscheidingen uitgereikt aan Joodse redders. Het is misschien laat op gang gekomen, maar intussen zijn al honderden Joodse redders geeerd. Dat is het werk van Chaim.’’
In 1999 stak Chaim Roet op de nationale Sjoa-herdenking in Jad Wasjeem een van de zes herdenkingskaarsen aan, en op Onafhankelijksdag 2001 was hij een van de zes fakkelaanstekers op Har Herzl. In 2014 kreeg Chaim voor zijn levenswerk een onderscheiding uitgereikt van Jad Wasjeem. Klik hier voor de getuigenis van Chaim Roet.