Marriet Schuurman, de nieuwe Nederlandse ambassadeur in Israel, kwam eind februari samen met Wilma Blok, Sarah Navon-Hage en Simone Post van de afdeling Oorlogsgetroffenen naar de Elah koffieochtend in Jeruzalem. De ambassadeur, dochter van een predikant, luisterde naar verhalen van overlevenden, beantwoordde vragen en presenteerde ook zichzelf. Ze had om een ingewikkelde post gevraagd, vertelde ze, een land waar ze als ambassadeur een verschil kan maken en waar ze iets kan beleven. Maar wat op 7 oktober gebeurde, dat had ze niet zien aankomen.
Marriet, wat is je taak als ambassadeur?
,,Als ambassadeur ben je rijksambtenaar. Je dient de Nederlandse regering en onderhoudt de betrekkingen tussen Nederland en het gastland. Dan gaat het niet alleen om diplomatie en politiek, maar ook bijvoorbeeld om handel en cultuur. Daarnaast noem ik mezelf de burgemeester van de Nederlandse gemeenschap in Israel en heb ik de zorg voor iedereen met een Nederlands paspoort. Dat zijn in Israel ca. 17000 mensen.
,,Nederland heeft van oudsher hele sterke relaties met Israel. Sinds mijn aantreden is Mark Rutte al drie keer op bezoek geweest. Dat laat iets zien van de diepte. Ik hoop dat we die historische rol, de brugfunctie, kunnen voortzetten. Dat betekent dat we proberen uit te leggen wat hier gebeurt en proberen mensen te verbinden.
Je begon anderhalve maand voor de inval op je nieuwe post. Was je klaar voor dit scenario?
,,Toen ik kwam, was het al gespannen vanwege de protesten en de zorgen over de toekomst van Israel als een democratische Joodse staat. Zoals alle ambassades die zich in conflict- en oorlogsgebieden bevinden, heb je allerlei noodplannen klaarliggen, die in ons geval nog kort daarvoor waren aangepast. Maar niemand verwachtte een situatie zoals die zich op 7 oktober voordeed. Dat kwam als een totale verrassing.
,,Desondanks stonden we als crisisteam gelijk paraat en konden we heel alert reageren. Een van onze verantwoordelijkheden was om informatie naar Nederland te sturen en te schakelen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De andere verantwoordelijkheid, en daar lag onze prioriteit, was om de Nederlanders in Israel te begeleiden en op de hoogte te houden. We moedigen altijd mensen aan om zich te registreren zodat in noodgevallen communicatie mogelijk is. Dat bleek ook nu weer belangrijk.
,,Omdat de commerciele vluchten werden gecanceld, hebben we vrij snel besloten dat er repatriatievluchten zouden komen voor mensen die tijdelijk in Israel verbleven: familieleden van Nederlanders in Israel, reisgezelschappen, zakenmensen of groepen scholieren. We hadden genoeg capaciteit om ook permanente inwoners mee te nemen, maar daar is heel weinig gebruik van gemaakt.
Wilma Blok, jij bent hoofd algemene en consulaire zaken. Welke rol konden jullie spelen?
,,We hebben een call centrum waar heel veel vragen binnenkwamen. Die hadden meestal een praktische aard. Daarnaast hebben we zelf actief contact opgenomen met de Nederlandse instellingen en organisaties in Israel zoals Elah, de IOH en de Nederlandse ouderenhuizen. Daardoor konden we hulpvragen koppelen en onderling aan elkaar doorspelen. Het intensieve contact gaat tot nu door. We proberen voeling te houden met Nederlanders in alle hoeken en gaten van het land.
Jullie hebben je ook ingezet voor Ofir Engel, de gegijzelde en intussen bevrijde jongen met een Nederlandse achtergrond.
Marriet: ,,We begrepen dat het misschien meerwaarde zou hebben als gegijzelden een tweede nationaliteit bezaten. Daarom zijn we meteen aan de slag gegaan om het Nederlanderschap van Ofir te bevestigen. Daar zat des te meer druk op omdat Ofir nog net geen 18 was en het proces makkelijker verloopt voor een minderjarige. Inderdaad hebben we de kwestie van zijn nationaliteit op hele korte termijn kunnen regelen. We willen natuurlijk dat alle gegijzelden vrijkomen, maar toen Ofir eenmaal de Nederlandse nationaliteit had, kon onze regering zich actief voor hem inzetten en netwerken gebruiken, met name richting Qatar.
,,Bij ons op de ambassade lag intussen de nadruk op het bijstaan en de ondersteuning van de naaste familieleden van Ofir. Vooral in de tijd van de wapenstilstand, toen opeenvolgende lijsten van te bevrijden gegijzelden werden gepubliceerd waarop de namen steeds wisselden, was voor de familie de spanning bijna niet te dragen.''
Ook het antisemitisme in Nederland is een bron van zorg binnen de Nederlandse gemeenschap.
Marriet: ,,Het is een enorm zorgwekkende ontwikkeling dat het Cidi en andere instellingen een verdubbeling van het aantal meldingen van antisemitisme vaststellen, kennelijk vooral in de grote steden. Dat Joodse scholen tijdelijk moesten worden gesloten en dat Joodse leerlingen op openbare scholen wordt geadviseerd thuis te blijven, is gewoon gruwelijk. Terecht zijn de autoriteiten, zoals de burgemeester van Amsterdam, heel druk bezig om de gemeenschap te beschermen en in ieder geval de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen.''
Wilma, hoe verliep het contact met de Nederlandse Sjoa-overlevenden in Israel met wie jullie in verbinding staan?
,,Onze afdeling vormt als het ware de brug tussen de SVB in Nederland en de overlevenden hier. Samen met de SVB hebben we al vlug een brief geschreven aan alle clienten om hen een hart onder de riem te steken. Samen met de SVB hebben we ook geprobeerd om oplossingen te vinden voor concrete problemen die zich voordeden. Bijvoorbeeld mensen die hun huis uit moesten en niet alleen konden blijven.
,,We hebben gemerkt dat als gevolg van de inval meer mensen overwegen om de overstap te maken naar beschermd wonen. Het gevoel van kwetsbaarheid is gegroeid. Tegelijkertijd zie je een enorme gemeenschapszin en de wens, juist ook van ouderen, om bij te dragen. Ik moet denken aan ouderenhuizen waar ze eten inzamelden of sjaals breiden voor soldaten. Dat waardeer ik enorm. Ik denk dat het belangrijk is dat je in deze omstandigheden mensen weg kan nemen van de televisie en de gemeenschap kan binnenhalen.''
Marriet: ,,Iedereen in Israel is getroffen, maar bij de overlevenden, die al zoveel hebben meegemaakt, hakt het verlies aan controle en de existentiele onzekerheid er heel erg in. Ouderen zijn bezorgd om kinderen en kleinkinderen, en ook over de toekomst. Daarom is het zo mooi om te zien, ook vandaag weer in Beth Bart en Beth Mozes, hoe overlevenden kracht ontlenen aan het samen zijn, en hoe ze op elkaar kunnen terugvallen.’’