Jannie: ,,Als ik het jaar kort moet samenvatten: de toestand is alleen maar verslechterd en we zijn onze hoop kwijtgeraakt. Als ik een jaar geleden had geweten hoe we er nu voor staan, was ik schreeuwend weggelopen. Waarheen, dat weet ik niet. Dat is nou net het punt. Intussen zijn zoveel plaatsen in het land niet veilig. Ik woon tijdelijk in Rishpon en vanochtend ben ik ook hier wakker geworden van het alarm. Ik raak daardoor niet in paniek, maar het roept een sterk gevoel van wanhoop op. Wanneer zal hier een eind aan komen?’’
,,Sinds de evacuatie ben ik vier keer verhuisd, en volgende week moet ik voor de vijfde keer verkassen. Dat geeft veel onrust. Het is me nog steeds niet gelukt om in een routine te komen of een weekindeling te maken. Iedere dag vind ik opnieuw uit. Hoe ik de dagen invul? Ik ben heel veel onderweg van A naar B. Op het ogenblik hebben mijn twee zonen die ook zijn geevacueerd veel hulp nodig met oppas.’’
,,Het gezinsleven is een van de bronnen van kracht. Het feit dat we ondanks alles elkaar nog hebben. Als we samen zitten, komt wel altijd de gedachte op waarom wij gespaard zijn en gezond uit het bloedbad zijn gekomen. Survivors guilt. Maar ik weet zeker dat ik er niemand mee help als we in zak en as blijven zitten. We mogen en moeten zelfs dingen doen die we fijn vinden. Onder deze omstandigheden is genieten in mijn ogen een mitswa. Anders ga je eronderdoor.’’
,,Behalve het gezinsleven is ook de emotionele hulpverlening een bron van kracht. Er wordt van alles gedaan om jong en oud zoveel mogelijk te helpen. Ikzelf, mijn kinderen en kleinkinderen, allemaal worden we persoonlijk begeleid. Mijn kleindochter van vijf maakte kort geleden een tekening van mij, met t-shirt met bloem, jeans en bril. Ze wilde die op de koelkast hangen. ‘Als jij doodgaat, wil ik dat abba en imma nog een herinnerig aan jou hebben’, legde ze me uit. Mijn zevenjarige kleinzoon verstopte zich nog maandenlang in de kast. Het is goed dat de kinderen zich via spel kunnen uiten.
Veertig jaar in dozen
,,Vorige week ben ik naar de kiboets gegaan om spullen op te halen. Vrijwilligers hebben na de verwoesting het huis schoongemaakt en alles ingepakt. Veertig jaar geschiedenis in dozen. Dat is een lastige ervaring, net zoals door de kiboets lopen en de plekken herkennen waar mensen zijn vermoord of waar gegijzelden woonden. Mijn buurman Keith Segal zit nog vast in Gaza, en Emily Tehila Damari, de dochter van een hele goeie vriendin, en Doron Steinberger, de dochter van de buren. Dat laat me niet los. Met de gegijzelden sta ik op en ik ga ermee naar bed. Ik snap niet dat niet meteen alles op alles is gesteld om hen terug te krijgen. Hoe kan dat?
,,Of ik ooit weer in Kfar Aza ga wonen, weet ik nog niet. In kiboets Ruchama hebben ze voor ons chalets gebouwd. Daar gaat een deel van onze gemeenschap naartoe, onder wie mijn zonen en ik. Het zal fijn zijn om eindelijk mijn eigen plek te hebben, terug te zijn in de gemeenschap, en het is een prettig idee dat de kleinkinderen gewoon de straat kunnen oversteken om naar oma te komen. Na een paar jaar zien we dan wel weer verder hoe de situatie is in het land, en specifiek in het zuiden.’’
,,Kiboets Ruchama is een goed begin. Daarnal igt het aan mijzelf wat ik ervan maak. Ik moet er allereerst aan werken om mijn energie op te bouwen. Want op het ogenblik gaat alle kracht op aan overleven. Klein beginnen, zeg ik tegen mezelf, dan lukt het misschien wel.’’