Kinderen hebben doorgaans een natuurlijke innerlijke veerkracht en het vermogen om te zich aan te passen en te herstellen, en de meeste kinderen zullen erin slagen om door de oorlog opgeroepen veranderingen te aanvaarden en doorstaan, en normaal te functioneren. Dat neemt niet weg dat het in deze periode te verwachten is dat het gedrag van kinderen verandert.Terwijl volwassenen zich meestal verbaal uiten over emoties en moeilijkheden, drukken kinderen hun angsten, boosheid of frustratie eerder uit via hunspel en gedrag. Bij ieder kind manifesteren de emoties zich anders, afhankelijk van zijn of haar persoonlijkheid en mentale kracht en van de gezinsomstandigheden.
Natuurlijke reacties op de situatie kunnen zijn:
• Toename van angsten die voorheen ook al bestonden.
• Slaapproblemen, nachtmerries en ’s nachts bij de ouders in bed kruipen.
• Regressie in de ontwikkeling zoals terugval in zindelijkheid.
• Terugkerende vragen over de dood.
• Kinderspelletjes die een 'actuele toon' krijgen, zoals spelletjes waarbij huizen worden binnengedrongen of mensen worden ontvoerd.
Soms reageren kinderen op een manier die erop wijst dat het verstandig is om hulp in te roepen. Om verergering van klachten te voorkomen, is het raadzaam daar niet lang mee te wachten. Zorgelijke reacties kunnen zijn:
• Signalen van aanhoudende depressie zoals verdriet, langdurig huilen, prikkelbaarheid en rusteloosheid.
• Extreme moeite met ontspannen en bedaren.
• Vermijden van favoriete bezigheden, afzondering en vermijden van sociale activiteiten.
• Negatiefzelfbeeld, negatieve interpretatie van ervaringen en sociale situaties, uitspraken als 'Ik ben niets waard’.
• Aanhoudende slaapproblemen of gestoorde slaap.
• Gedragsproblemen en moeilijkheden op school die niet typisch zijn voor het kind, zoals agressie,geweld, teruglopende prestaties.
• Psychosomatische klachten of sensaties die geen medische verklaring hebben en die hoogstwaarschijnlijk voortkomen uit emotionele problemen.
• Veranderingen in eetgewoonten, zoals slechte eetlust of te veel eten.
• Toegenomen angsten die het dagelijks functioneren beïnvloeden (bijvoorbeeld niet het huis durven verlaten).
En hoe kunnen de ouders helpen?
Ouders beschikken over allerlei mogelijkheden om kinderen te helpen en hen met hun interne hulpbronnen te verbinden. Vraag het kind bijvoorbeeld wat hem of haar kan helpen, en waar hij kracht uit put. De antwoorden kunnen verrassend zijn. Dien zelf als authentiek voorbeeld voor coping. Je mag huilen als je je inleeft in de pijn van het kind. Zorg dat het kind blijft functioneren en geef vaste ankers as school, ontmoetingen met vrienden en taken thuis niet op. Vraag kinderen hoe ze zich voelen en of ze ergens bang voor zijn, leg ze op een eenvoudige manier uit wat er aan de hand is, met behulp van woorden die ze begrijpen, en geef hoop: 'Ik weet dat het goed komt, we zijn sterk en samen komen we er doorheen.'